Tussenbanden In 2013 is besloten dat er tussenbanden worden ingevoerd voor de junioren. Er wordt altijd in overleg met de trainer bepaald of een lid voor een tussenband op gaat of voor de volledig band.   Belangrijke punten bij de uitvoering van de Poomsee  Vanaf het moment dat u wordt opgeroepen wordt u beoordeeld door de examinatoren. Maak dus meteen een goede en verzorgde indruk en loop op een sportieve en zelfbewuste wijze naar het beginpunt! Voer de poomsee uit met voldoende dynamiek en vooral temperament (Let op: verwar temperament niet met agressie!). De technieken moeten technisch zuiver worden uitgevoerd, het eindpunt van een techniek moet herkenbaar zijn m.a.w. de technieken moeten niet in elkaar overvloeien. De technieken moeten voldoende krachtig zijn. De standen moeten goed en correct worden uitgevoerd. De figuur van de poomsee moet correct zijn. Zorg dat je eindigt op het beginpunt. Als je hier niet eindigt, houdt dat automatisch in dat de figuur niet juist was of dat er foutieve standen werden toegepast. Door aan een of meerdere van deze criteria niet te voldoen kan men een slechte beoordeling krijgen. Als examinatoren niet tevreden zijn over de uitvoering van een poomsee is de meest gebruikte term “het was te sloom” (vandaar dat “temperament” een van de belangrijkste criteria is!). Een slechte beoordeling komt zelden doordat één enkele techniek of stand foutief werd uitgevoerd. Het is meestal een optelling van een groter aantal foutjes of slordigheden die het totaalbeeld bederven. Het is dan ook voor de examinator later heel moeilijk om al deze punten op te sommen waardoor het meest gebruikte predicaat hiervoor “sloom” of “ongecontroleerd” is.   Daarom hier een aantal van deze kleinere fouten die door optelling samen met enige zwak uitgevoerde hoofdpunten een slechte beoordeling opleveren:

• Geen gebruik maken van het actie-reactie principe bij handtechnieken. Dit is de hoofdreden waardoor het temperament verloren gaat.
• Tussen twee handtechnieken de handen laten vallen. Dit geeft aan dat op dat moment het lichaam niet onder controle is. Het is beter om meteen naar de uitgangspositie van de volgende techniek te gaan.
• Onjuiste timing van de technieken. Bijvoorbeeld te laat komen met de stoot als de stand al is uitgevoerd.
• Kijkrichting. Bijvoorbeeld omlaag kijken bij een area makki.
• Hak van het achterste been niet op de grond bij een ap koebi seogi
• Achterste been niet gestrekt bij een ap koebi seogi.
• Overmatige blaasgeluiden maken om de kracht van technieken te benadrukken.
• Balansverlies
• Het been van een yeopchagi laten vallen en niet terughalen naar de knie

Eenstapsparring Bij de eenstapsparring gaat het erom dat op de enkele of dubbele aanval van de partner direct wordt gereageerd met een verdediging en tegenaanval opeenvolgend of beide direct. Bij de dubbele aanval moet de aanvaller na de 1^e techniek op de plaats blijven staan en de 2^e aanval vanuit deze positie uitvoeren. Veelvuldig ziet men dat bij de afwerking een arsenaal van schoppen wordt uitgedeeld. Dat dit bij een techniek die op de juiste manier uitgevoerd wordt volledig overbodig is, wordt vaak niet ingezien. De zogenaamde “Killing Blow of Kick”. Bij de stapsparring moet het aantal tegenaanvallen tot maximaal twee beperkt blijven. Bij de eenstapsparring kan ook het uit lijn stappen ten opzichte van de partner als verdediging gezien worden waarbij dit zowel aan de dichte als aan de open kant kan gebeuren. Dit utstappen kan ook naar achter door middel van het linker of rechter been in een bepaalde stand naar achter te plaatsen, waardoor het punt van raken ontweken wordt. Het in de aanval lopen moet zeker voorkomen worden en is ook niet logisch. Bij het bepalen van de stand met de verdediging heeft de verdediging in principe al een keuze gemaakt met welke techniek hij de tegenaanval gaat zetten Indien er gekozen wordt voor het blokken en afwerken met een of meerdere beentechnieken moet men met een aantal punten rekening houden:

• Op het moment dat de vuistaanval volledig voorstaat zal het blok met de voet gezet moeten zijn.
• Op dat moment zal ook de afstand om het punt van raken te voorkomen en de afstand voor de tegenaanval al gemaakt moeten zijn.
• Een snelle reactie van de verdedigende kant is een must.

Veelvuldig komt het voor dat de partner nadat de aanval gezet is en de afwerking ingezet wordt, de afstand van de aanvaller gecorrigeerd moet worden door middel van het terug halen van het voorste been waardoor de aanvalsstand niet meer correct is. Eveneens gebeurt het vaak dat er helemaal geen afstand gemaakt wordt doordat het been waarmee de tegenaanval geplaatst wordt direct naar achter wordt verplaatst en dat met hetzelfde been ook de tegenaanval weer ingezet wordt. Het is van groot belang dat het raken van de partner bij het beoefenen van de stapsparringen voorkomen moet worden en de technieken waarmee afgewerkt wordt geplaatst dienen te worden op een punt waar dit ook mogelijk is.